Aandeel in het totaal
Portefeuillehouder: D. Straat
Verantwoordelijk directeur: S. Tax a.i.
Programmadoelstelling en de rol van de gemeente
Zaanstad is een economisch dynamische stad waarin alle Zaankanters werken en participeren naar vermogen en zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Dat kan alleen in een gezond economisch klimaat. Ondernemers zijn daarin onmisbaar. Zaanstad investeert daarom met partners in regionaal verband in ruimte voor werk en ondernemen en in een goede verbinding tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Werken en leren zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een diversiteit aan aantrekkelijke, bereikbare en betaalbare locaties voor bedrijven is belangrijk voor huidige en toekomstige ondernemers. De banenmotor voor Zaanstad is het midden- en kleinbedrijf. Ondernemers zijn bovendien partners in verduurzaming van de stad (zie programma Milieu & Duurzaamheid). Iedere inwoner is zelf verantwoordelijk voor het vinden van werk. Lukt dat niet, dan stimuleert Zaanstad hem of haar zo snel mogelijk terug te keren in het reguliere werk. Mensen die langdurig niet kunnen deelnemen aan werk wordt gevraagd een bijdrage aan de stad te leveren. Zo nodig is er een vangnet.
Terugblik
Het herstel van de landelijke economie heeft het afgelopen jaar doorgezet, met toegenomen kansen voor bedrijvigheid, economische groei en participatie in Zaanstad. De gemeente heeft het afgelopen jaar, met de economische structuurvisie als leidraad, geïnvesteerd in een verdere verbetering van het ondernemings- en verblijfsklimaat van de stad, en met resultaat. Het afgelopen jaar zijn er meer nieuwe bedrijven in Zaanstad gevestigd. Zaanstad komt steeds duidelijker in het vizier, niet alleen van bedrijven, maar ook van binnen- en buitenlandse toeristen. In twee jaar steeg het aantal bezoekers aan de Zaanse Schans met een half miljoen naar 1,9 miljoen. Toerisme als economische sector is het afgelopen jaar dan ook sterk gegroeid. De verbeteringen in economie en ondernemingsklimaat hebben in Zaanstad per saldo nog niet geresulteerd in een groei van de werkgelegenheid. De werkloosheid blijft hoog, ook omdat meer mensen zich op de arbeidsmarkt melden vanwege de aantrekkende conjunctuur. Ontwikkelingen in de zorg zetten een rem op de werkgelegenheidsgroei in deze sector. De sluiting van het belastingkantoor heeft ook geleid tot verlies van banen. De verbeteringen in economie en ondernemingsklimaat hebben in Zaanstad per saldo nog niet geresulteerd in een groei van de werkgelegenheid. Positief is desalniettemin dat het aantal bijstandsgerechtigden in Zaanstad stabiliseert. Er is een lichte daling van de werkloosheid. De aantrekkende conjunctuur zorgt ervoor dat meer mensen zich melden op de arbeidsmarkt. Effect hiervan is dat de daling van de werkloosheid minder snel gaat. Ontwikkelingen in de zorg zetten een stevig rem op de werkgelegenheidsgroei in deze sector. Tot slot heeft de sluiting van het belastingkantoor ook geleid tot verlies van banen. Voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt is het afgelopen jaar veel veranderd. De Participatiewet werd 1 januari 2015 van kracht. 2015 is een leer- en ontwikkeljaar geweest wat betreft de uitvoering van de nieuwe wet. De gemeente heeft ervoor gekozen de nadruk te leggen op het terugdringen van jeugdwerkloosheid. Afgelopen jaar heeft de raad de Strategische Agenda Werkgelegenheid vastgesteld. Deze agenda heeft als doel alle activiteiten die bijdragen aan het verbeteren van werkgelegenheid bij elkaar te brengen, de samenhang aan te geven en te bepalen welke rol de betrokken partijen hebben. Uiteindelijk moeten de activiteiten uit deze agenda bijdragen aan de college-ambitie van 5000 banen in 2020.
Effectindicator | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Werkgelegenheid | 51.343 | 50.493 | 52.143 | 50.573 | 56.343 | Vestigingregister |
Leegstand winkelvloeroppervlakte | 10,2% | 10,05% | 9,1% | 10,5% | <6% | Locatus |
Leegstand bruto vloeroppervlakte kantoren | 15,5% | 16,7% | 14,4% | 14,9% | <10% | Kantorenmonitor |
Aantal toeristische bezoekers aan Zaanstad excl. Zaanse Schans | 440.000 | 450.000 | 460.000 | 415.000 | 520.000 | NBTC-NIPO research |
Winkelpassanten Zaandam centrum | 166.200 | 174.700 | 167.150 | 183.300 | 170.000 | Locatus |
1.1 Vestigingsklimaat bedrijven
De economische structuurvisie geeft de economische ambities van Zaanstad weer. De groei van het aantal banen staat hierin centraal. Om werkgelegenheidsgroei te faciliteren, is een aantrekkelijk vestigingsklimaat een noodzakelijke voorwaarde. Voor ondernemers zijn ruimte en bereikbaarheid de belangrijkste vestigingsvoorwaarden. Fysieke ruimte wordt onder meer geboden in het Noordzeekanaalgebied (zie programma 4 Gebiedsontwikkeling). Zowel voor bedrijventerreinen als de detailhandel zijn keuzes en een strategie nodig ter versterking van de ruimtelijke structuur en de kwaliteit. Hiertoe wordt o.a. het vigerende detailhandelbeleid (Structuurvisie Retail Leisure) geactualiseerd, met expliciete aandacht voor Zaanstad-Noord, internetwinkelen en openingstijden. De recent vastgestelde nota Grootschalige Detailhandel maakt hier integraal deel van uit. Met de keuzes en strategie m.b.t. bedrijventerreinen en detailhandel wordt tevens de aanzet gegeven tot aanpassing van regelgeving voor vereenvoudiging van transformatie van winkel- en kantoorpanden. Daarnaast stimuleren wij ondernemerschap door ruimte te geven en de regeldruk te verminderen. Het vestigingsklimaat is een belangrijke troef om succesvol acquisitie te plegen. Dit doen we via twee sporen. De ervaring leert dat een groot deel van bedrijfsverplaatsingen en -uitbreidingen plaatsvindt in de regio. Van belang is daarom de rode loper uit te leggen voor ondernemers in de regio door hen te begeleiden in hun uitbreidings- of verplaatsingsvraag. Dit is het eerste spoor. Als tweede spoor kiezen we voor extra inzet op regionale acquisitie van nieuwe (inter)nationale ondernemingen, bijvoorbeeld via deelname aan handelsmissies die aansluiten bij de krachtige sectoren van de stad: food, toerisme en maakindustrie. Hierbij zoeken we de kracht van samenwerking met partners in de Metropoolregio Amsterdam, zoals Amsterdam Economic Board en Amsterdam in Business. Tot slot gaan we de bedrijfscontacten slimmer organiseren.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Acquisitie nieuwe bedrijven | 6 | 7 | 5 | 12 | 5 per jaar | Gemeentelijke registratie |
Vestigingsbegeleiding | 30 | 50 | 50 | 60 | 25 per jaar | Gemeentelijke registratie |
Haalbaarheidsonderzoek herontwikkeling bestaande bedrijventerreinen | 0 | 2 | 3 | 4 | 3 | Gemeentelijke registratie |
Verlengen bestaande Keurmerken veilig ondernemen | 4 | 6 | 6 | 4 | 6 | Gemeentelijke registratie |
- Uitvoeren economische structuurvisie, met focus op mkb, maakindustrie (waaronder food) en toerisme
- Rode loper uitleggen voor ondernemers in regio die hun bedrijf willen verplaatsen of uitbreiden
- Extra inzet in regionaal verband gericht op acquisitie nieuwe (inter)nationale ondernemingen
- Opstellen transformatiestrategie bedrijventerreinen.
- Implementeren nieuw detailhandelsbeleid, waarvan de recent vastgesteld nota Grootschalige Detailhandel deel uitmaakt (actualisatie vigerend beleid Structuurvisie Retail Leisure)
- Ontwikkeling Toolkit gemeentelijk beleid mkb.
- Bedrijfscontacten over vestiging of uitbreiding benutten we ook om mogelijkheden om mensen naar werk te leiden te onderzoeken en te stimuleren
In de uitvoering van de Economische Structuur Visie heeft Zaanstad het afgelopen jaar verder geïnvesteerd in kansen voor het mkb, de maakindustrie en toerisme. De relatie met het mkb is versterkt en een mkb-actieplan is in ontwikkeling. De nieuwe Detailhandelsvisie is vastgesteld. Ondernemersverenigingen in Zaanstad zijn in 2015 gestart met het opzetten van een ondernemersfonds. In de loop van 2016 dienen deze verenigingen een verzoek tot opzetten van het fonds in bij de gemeente. Verder is de Strategische Agenda Werkgelegenheid vastgesteld. Op deze agenda vindt op verzoek van de raad begin 2016 nog een verdieping plaats. Deze activiteiten hebben een toenemende aantrekkingskracht voor bedrijven en verhoogde bedrijvigheid in Zaanstad tot gevolg gehad. Het afgelopen jaar hebben zich 12 nieuwe bedrijven in Zaanstad gevestigd, zoals CeX, Flying Tiger, Flinders op het Hembrugterrein, Subway, Wereldkeuken Westzaan, Bloedjes Renovatiewerken en David interieurbouw. Hiernaast zijn 60 bedrijven begeleid met uitbreidingsvergunningen of verplaatsingsvragen, zoals bijvoorbeeld Exter Aroma, Sun Chemicals, Ahold, FPTC opleidingen en Groeneveld catering. De toegenomen bedrijvigheid heeft geleid tot extra banen. Dit is nog niet direct terug te zien in het totaal aantal arbeidsplaatsen wat slechts licht is toegenomen. Het herstel van de arbeidsmarkt loopt nog achter op het economisch herstel. Wel zien wij dat het aantal kleine banen (<12 uur) met 3% is gegroeid. Dit is een belangrijk positief signaal. Tegelijk zijn er door landelijke bezuinigingen banen verloren gegaan, bijvoorbeeld in de zorg. Ook is het afgelopen jaar een aantal bedrijven vertrokken uit Zaanstad, zoals het belastingkantoor, of failliet gegaan. Het blijft dus belangrijk om niet alleen in te zetten op de acquisitie van nieuwe bedrijven, maar ook op het behoud van bestaande bedrijvigheid. De uitdagingen in de zorgsector op landelijk niveau staan tegenover de groei in het bedrijfsleven op lokaal niveau. Zaanstad investeert in verdere samenwerking met het bedrijfsleven en opent haar deuren naar lokale, regionale en internationale kansen. Om de groei van het aantal arbeidsplaatsen in het bedrijfsleven te stimuleren is de gemeente het afgelopen jaar een regionale samenwerking gericht op acquisitie aangegaan met Amsterdam Airport Area. Verder zet Zaanstad in op regionale samenwerking samen met de provincie Noord-Holland, Amsterdam, Almere en anderen om het mkb te internationaliseren. Deze samenwerking vindt plaats onder de vlag van Amsterdam Trade. In het afgelopen jaar organiseerde Amsterdam Trade diverse handelsmissies. Zaanstad heeft deelgenomen aan de handelsmissie naar Turkije. Ook dicht bij huis werkt Zaanstad samen met het bedrijfsleven door middel van bijvoorbeeld de Zaanse Uitdaging, een initiatief dat maatschappelijk betrokken ondernemers ondersteunt. Toelichting prestatie-indicatoren "Vestigingsklimaat bedrijven": • Voor 4 terreinen is het keurmerk vorig jaar verleend. De twee overige volgen in 2016.
Toelichting effectindicatoren: • De leegstand van winkelvloeroppervlakte loopt landelijk op. Het is onze ambitie de leegstand terug te brengen naar het landelijk gemiddelde. Het toenemend aantal faillissementen baart zorgen. Positief is dat op een aantal plekken de leegstand weer snel wordt opgevuld. • De leegstand van kantoren is ten opzichte van een jaar eerder afgenomen. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat in 2015 meer kantoormeters (een kleine 20.000m2) in gebruik zijn genomen. Vooral Victory Office Centre (Ebbenhout) kon veel nieuwe kantoorgebruikers verwelkomen. Hiernaast zijn, door middel van sloop en transformatie, stappen gemaakt in het uit de markt halen van kantoormeters en zo de leegstand in Zaanstad verder terug te dringen. Door kantoren uit de markt te halen liep in 2015 de totale voorraad kantoren in Zaanstad met 4 tot 5 % terug. Belangrijke voorbeelden van transformatie van kantoren zijn het Stadskantoor en Belastingkantoor (aangekocht door een ontwikkelaar met het voornemen woningen te realiseren). • In de hiervoor staande tabel is bij de streefwaarde kantorenleegstand een onjuist cijfer terecht gekomen. Het streven is om in Zaanstad onder het landelijk leegstandsgemiddelde te komen. Dit landelijk leegstandsgemiddeld is echter geen 10% maar 16 %. Voor kantoren is Zaanstad daarin geslaagd.
1.2 Toerisme bevorderen
Zaanstad wil meer inspelen op de groei van het toerisme in de regio door het initiëren, faciliteren en begeleiden van initiatieven die bijdragen aan een aantrekkelijk toeristisch verblijfsklimaat. Naast de Zaanse Schans zijn er grote toeristische kansen met ons nieuwe Stadshart Zaandam, de noordelijk gelegen Zaanbocht en het Hembrugterrein. Een bootverbinding op de Zaan kan een belangrijke rol spelen om bezoekers ook deze andere aantrekkelijke delen van Zaanstad te laten bezoeken. We investeren daarom in de aanschaf van twee boten. Het streven is om meer toeristen te verleiden tot een langer verblijf in Zaanstad met toeristische arrangementen. Promotie wordt verder in regionaal verband opgepakt met Amsterdam Marketing, waarbij ook iconen als Monet en het Tsaar Peterhuisje worden benut. Ook willen we evenementen, zoals evenementen rondom Sail, gebruiken als kans om de Zaanstreek verder toeristisch te profileren.
- Uitwerken strategische agenda Toerisme tot 2020 in regionaal verband, met expliciete aandacht voor het tot stand komen van arrangementen.
- Ondersteunen en faciliteren van evenementen rondom Sail (2015).
- Evaluatie en samenwerken Stichting Marketing Zaanstreek.
- Uitvoeren plan "Amsterdam bezoeken en Holland zien", waaronder benutten van de ruimte voor hotelvestiging en extra promotieactiviteiten.
- Realiseren bootverbinding tussen Zaandam, Zaanse Schans en Wormerveer.
Op het gebied van toerisme heeft Zaanstad het afgelopen jaar veel gerealiseerd. Toerisme is een economische sector die stevig groeit. Zo groeide het aantal bezoekers aan de Zaanse Schans in 2015 naar 1,9 miljoen, een groei in twee jaar van 500.000 bezoekers. De verwachting is dat de groei zich verder doorzet. Het is niet duidelijk waarom het aantal toeristische bezoekers aan Zaanstad exclusief de Zaanse Schans is verminderd ten opzichte van afgelopen jaren. Zaanstad scoort landelijk gezien wel het hoogst wat betreft gemiddelde bestedingen per persoon van € 51,40, een toename van bijna 30% ten opzichte van een jaar eerder. Eind 2015 is een bestuursopdracht geschreven om te onderzoeken hoe het groeiende aantal bezoekers aan de Zaanse Schans kan bijdragen aan bezoek in de rest van Zaanstad (Stadshart Zaandam, Hembrugterrein en Zaanbocht Wormerveer). Het onderzoek mondt uit in een masterplan Zaanse Schans en omgeving met een focus tot 2030. De Uitvoeringsagenda Toerisme is eind 2015 ambtelijk afgerond en wordt begin 2016 ter besluitvorming aan de raad aangeboden. Bij het opstellen van deze agenda zijn bewoners en bedrijven intensief betrokken geweest. Het plan “Amsterdam bezoeken en Holland Zien” loopt goed en de samenwerking met Amsterdam is verder geïntensiveerd in het Actieplan Toerisme MRA en het beleid “Balans in de Regio”. Zaanstad werkt samen met Amsterdam om toerisme uit te spreiden over de metropoolregio. Zaanstad heeft het evenement Sail aangegrepen om “een feest der verbinding” te organiseren op en langs de Zaan onder de paraplu “Stad aan de Zaan”. Het evenement scoorde met 200.000 bezoekers de vijfde plaats op de lijst van best bezochte niet-jaarlijks terugkerende evenementen in het land. Eind april 2015 heeft het externe bureau LAgroup een evaluatie Stichting Marketing Zaanstreek uitgebracht. Dit is voor de stichting aanleiding geweest zich te bezinnen op de toekomst. Begin 2016 wordt de marketingstrategie aan de gemeente aangeboden. Zaanstad heeft aangegeven toerisme, marketing en evenementen inhoudelijk te willen verbinden. De belangstelling voor het vestigen van een hotel in Zaanstad is groot. Onderhandelingen met verschillende ontwikkelaars leidt mogelijk tot uitbreiding van de hotelcapaciteit. Resultaat van de onderhandelingen wordt in 2016 bekend. Ten slotte is het afgelopen jaar een bootverbinding in het laagseizoen tussen Zaandam en Amsterdam gerealiseerd. Deze verbinding zal volgend jaar verder worden geïntensiveerd.
Effectindicator | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal uitkeringen december | 2.820 (2012) | 3.789 | 4.004 | 4.046 | Jaarlijkse bijstelling | Gemeentelijke registratie |
2.1 Intensiveren en versterken relatie werkgevers
Een goede relatie met werkgevers is van groot belang omdat zij de banen hebben waarmee burgers zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Wij zoeken werkgevers actief op en vragen hen vacatures, ook voor leerwerkplekken en stages, bij ons te melden. De gemeente neemt als werkgever ook zelf haar verantwoordelijkheid door 5% van haar personeelsbestand beschikbaar te stellen voor mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt. Bij inkoop wordt een social return (SROI) eis van tenminste 5% over de aanneemsom toegepast, te besteden aan het plaatsen van werkzoekenden op arbeidscontract bij werkgevers, leerwerkbanen en stages. Naast uitkeringsgerechtigden kunnen door de inzet van het instrument social return ook werkzoekenden uit andere categorieën (WW, Wajong, SW) worden geplaatst bij opdrachtnemers. Onze inzet is om de best passende kandidaat uit onze regio aan de werkgever te leveren. Wij nemen de werkgever werk uit handen, denken mee en adviseren hem, nemen risico’s en andere belemmeringen weg en bieden waar nodig financiële ondersteuning op maat. Wanneer vraag en aanbod niet met elkaar in lijn zijn, onderzoeken we hoe dit beter kan.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal beëindigde uitkeringen wegens werkaanvaarding | 337 (2012) | 627 | 500 | 357 | 500 | Gemeentelijke registratie |
Aantal bezochte werkgevers | n.v.t. | n.v.t. | 200 | 320 | 200 jaarlijks | Gemeentelijke registratie |
Aantal gerealiseerde garantiebanen | n.v.t. | n.v.t. | 50 | Dit cijfer ligt bij de UWV | 50 jaarlijks | Gemeentelijke registratie |
Aantal geplaatste jongeren op leerwerkplek en stage | n.v.t. | 100 | 139 | 100 jaarlijks | Gemeentelijke registratie | |
In het kader van SROI uitstroom van 25 mensen met een Participatiewet-uitkering naar regulier werk bij opdrachtnemers van tenminste zes maanden. | n.v.t. | 25 | 20 | 25 jaarlijks | Gemeentelijke registratie | |
In het kader van SROI plaatsing van 50 jongeren op leerwerkplekken en stageplekken bij opdrachtnemers. | n.v.t. | 106 | 50 | 139 | 50 jaarlijks | Gemeentelijke registratie |
- Werkgevers actief benaderen en dienstverlening verbeteren, waarbij werkgevers ontzorgd worden door werving, selectie en matching uit handen te nemen
- Implementeren en uitbouwen van de afspraken rondom de regionale werkgeversdienstverlening. Lancering van het WerkgeversServicePunt Zaanstreek Waterland: één regionaal loket voor werkgevers
- Het oprichten van een regionaal bestuurlijk Werkbedrijf zoals afgesproken in het sociaal akkoord, om mensen met een structureel verminderde loonwaarde aan het werk te helpen en te begeleiden tijdens het werk (zgn. ‘garantiebanen’)
- Inzetten van plaatsingsbevorderende instrumenten, zoals de proefplaatsing en stimulering subsidies en scholingsvouchers. Daarnaast meer mogelijkheden benutten om mensen om te scholen
- In samenwerking met onderwijspartners, kenniscentra en het ServicePunt Leren en Werken meer leerwerkbanen en stageplaatsen acquireren voor werkloze jongeren
- Uitvoeren van contractuele afspraken met opdrachtnemers van de gemeente in het kader van SROI
2015 was een leerjaar waarbij de weeffouten van de Participatiewet veel aandacht kregen en inmiddels voor een deel zijn ondervangen. Welwillende werkgevers hebben bijvoorbeeld ontevredenheid geuit over het feit dat zij banen hadden maar dat er niet voldoende mensen in het UWV doelgroepregister stonden om een selectie uit te maken. De welwillendheid van werkgevers bleek onder andere uit de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst van het Regionaal Werkbedrijf in de regio Zaanstreek-Waterland. Hierbij slaan werkgevers, vakbonden, overheid en onderwijs de handen ineen om extra banen te creëren voor mensen met een functionele beperking. Dat minder mensen met een Participatiewet-uitkering dan van te voren ingeschat voor de regeling Banenafspraak in aanmerking kwamen zet die welwillendheid onder druk. Er is besloten vooral aansluiting te zoeken op de vraag naar werk in plaats van het aanbod van werk. In voorgaande jaren lag de focus voornamelijk op de vraag van de werkgever en werd daarbij een geschikte kandidaat gezocht. Dat bleek, vooral bij kandidaten met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt (de doelgroep van de Participatiewet), lang niet altijd effectief. Op basis van die ervaring is besloten om voor deze moeilijk te bemiddelen doelgroep meer vanuit de capaciteiten en mogelijkheden van de kandidaat te zoeken naar (het creëren van) werk. Naar verwachting wordt 2016 een leerjaar waarbij we ons kunnen richten op het effectief inzetten van instrumenten voor arbeidsbeperkten. Bij de invoering van de Participatiewet maakten we de keuze om te investeren in de jeugd. Dat heeft geleid tot succesvolle resultaten. Die focus op de jongeren heeft geleid tot een lager aantal uitkeringsaanvragen, onder andere door een preventietraject waarbij jongeren naar school en werk begeleid werden.. (Zie paragraaf 3.1.) In 2015 stroomden 357 mensen uit de bijstand uit naar werk. Dat is minder dan begroot. Dit heeft twee oorzaken. Bij de vaststelling van het beleidskader maakten we de keuze Flexpay minder in te zetten. Flexpay is een verloningsinstrument waarbij voorheen mensen voor vrijwilligerswerk betaald werden door de gemeente en vaak na 6 maanden weer zonder werk waren. Het feit dat dit instrument in 2015 minder werd ingezet maakt het karakter van de uitstroom in 2015 duurzamer. Daarnaast heeft de regionale samenwerking op het terrein van werkgeversdienstverlening niet de resultaten geleverd die we verwacht hadden. Het Werkgeverservicepunt was de plek waar we, in regionaal verband, verwacht hadden de vraag naar arbeid te kunnen matchen met aanbod. Door een stroeve samenwerking tussen de gemeenten in de regio kwam die niet van de grond. Dit is ook zichtbaar in de lagere inzet van plaatsingsbevorderende instrumenten in 2015. We blijven met elkaar op zoek naar de juiste vorm van samenwerking, zodat de betrokkenheid van werkgevers wel ondersteund kan blijven worden. Toelichting prestatie-indicatoren: • Het aantal gerealiseerde garantiebanen in de regio is 102, waarbij de helft te herleiden is tot de Zaanstreek. • De uitstroom van mensen naar regulier werk van minstens zes maanden in het kader van SROI is 5 lager dan verwacht. Het aantal ‘plaatsingen’ bij werkgevers is echter veel hoger dan de ‘uitstroom’ uit een uitkering, namelijk 160 geregistreerden.
2.2 Organiseren van beschut werk
De transitie van BaanStede wordt voortgezet. De WSW-medewerkers die er nu werken worden zo veel mogelijk gedetacheerd naar reguliere werkgevers en daarnaast worden bedrijfsonderdelen zoals ‘groen’ verzelfstandigd. Aan het eind van dit transitieproces is een kleine groep nog aangewezen op beschut werk. De afbouw van BaanStede loopt parallel met de invoering van de Participatiewet. We werken in de regio toe naar één publieke organisatie die zowel de huidige WSW’ers detacheert als de nieuwe doelgroep van de Participatiewet voor wie detachering moet worden ingezet om ze aan het werk te krijgen op de reguliere arbeidsmarkt. Dit zijn de mensen met verminderde loonwaarde die met loonkostensubsidie aan het werk kunnen, maar niet rechtstreeks in dienst komen bij een werkgever. Tot die organisatie gevormd is, blijft BaanStede verantwoordelijk voor de detachering van alle WSW‘ers die nu gedetacheerd zijn en de WSW‘ers die in het kader van het transitieplan BaanStede gedetacheerd gaan worden. We gebruiken de ervaring van BaanStede met beschut werk om in samenwerking met de Sociale Wijkteams te komen tot één voorziening voor beschut werk en arbeidsmatige dagbesteding.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Transitie van WSW-organisatie BaanStede verloopt volgens regionale transitieplan | n.v.t. | Vervreemding groen, 50 detacheringen | 0 (Transitieplan is gestaakt) | Transitie loopt volgens planning | Rapportage BaanStede |
- Ontwikkelen van een organisatie voor beschut werken in overleg met de deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling Zaanstreek-Waterland
In het kader van het transitieplan BaanStede is langdurig overleg met de regio gevoerd. In dat overleg is geconstateerd dat gemeenten in de arbeidsmarktregio Zaanstreek-Waterland andere visies op de uitvoering van de Participatiewet hebben. Het transitieplan is daarom gestaakt.
2.3 Iets terug doen voor een uitkering
Zaanstad vraagt iedereen met een uitkering daar naar vermogen iets voor terug te doen. Voor mensen met arbeidsvermogen betekent dit dat zij zich inzetten voor de terugkeer naar de reguliere arbeidsmarkt of dat zij de loonwaarde die ze wél hebben inzetten. Ook mensen die (nog) niet op de reguliere arbeidsmarkt aan de slag kunnen, doen iets terug voor hun uitkering. Dat kan in de vorm van een participatieplaats, vrijwilligerswerk of mantelzorg. In eerste instantie is de persoon zelf verantwoordelijk voor de invulling. We maken passende afspraken over wat iemand gaat doen. Tegenprestatie is het sluitstuk van participatie - en re-integratie uitvoering. Iets terugdoen voor je uitkering is een opstap naar re-integratie en komt niet in de plaats komen van regulier werk. Het maken van afspraken over tegenprestatie is geen doel op zich en het streven is erop gericht het opleggen van tegenprestatie te minimaliseren. In de praktijk zal dit niet geheel lukken.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Het percentage mensen waarmee afspraken zijn gemaakt over wat zij doen voor hun uitkering | n.v.t. | n.v.t. | 90 % | 72% | 90 % | Gemeentelijke registratie |
- Uitvoering van Participatiewet
- Tegenprestatie is sluitstuk van participatie en re-integratie uitvoering
Het spreken van 90% van de mensen bleek niet haalbaar. Er was een grote inhaalslag te maken. De prioriteit is geweest om eerst met jongeren te spreken: 100% van de jongeren is zodoende in beeld gebracht, een groot succes. Er moet worden bijgestuurd op de inrichting van het toegangsproces. Iedereen moet in de toekomst in beeld worden gebracht. De Sociale Wijkteams spelen hierin een grote rol. Door die inzet verwachten we in 2016 de streefwaarde van 90% zeker te halen. De prioriteit is geweest om eerst met jongeren te spreken: 100% van de jongeren is zodoende in beeld gebracht en dat heeft tot goede resultaten geleid. Voor het bestand in zijn geheel hebben we nu bijna 75% in beeld. Dat is een enorme inhaalslag. Er word bijgestuurd op de inrichting van het toegangsproces. Iedereen moet in de toekomst in beeld komen. De Sociaal Wijkteams spelen hierin een grote rol. Door die inzet verwachten we in 2016 de streefwaarde van 90% zeker te halen. Overigens melden we ook dat er bij alle gemaakte afspraken niet één keer een verplichte tegenprestatie is opgelegd. Die constatering bevestigt de inzet van het instrument als een sluitstuk dat in de praktijk weinig nodig blijkt te zijn.
2.4 Aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs
De jeugdwerkloosheid is hoog. Jongeren die voortijdig zonder diploma van school gaan, komen vaak niet of heel moeilijk aan het werk. Samen met onderwijsinstellingen en werkgevers zoeken we naar alternatieve voorzieningen voor jongeren als de weg terug naar school is afgesloten, maar de stap naar regulier werk nog te groot is. Daarnaast kijken we samen met scholen en werkgevers naar de arbeidsmarktrelevantie van het onderwijsaanbod: leidt het onderwijs (voldoende) mensen op voor beroepen waar regionaal ook vraag naar is?
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Binnen zes maanden is voor iedere werkloze jongere een leerwerkplek beschikbaar. | n.v.t. | 100 | Geen cijfer beschikbaar | 100 jaarlijks | Gemeentelijke registratie |
- Met het mbo en primair en voorgezet speciaal onderwijs (Pro VSO) plannen maken en uitvoeren om de vroegtijdige uitval door de entreeopleiding te beperken
- Opzet en onderhouden van een netwerk om scholen en bedrijven bij elkaar te brengen; niet alleen aan de onderkant van het onderwijs, maar ook op hbo-niveau en hoger
- Onderzoeken leerwerkvoorziening Zaanstad
De afstemming met het mbo en primair en voorgezet speciaal onderwijs om vroegtijdige uitval door de entreeopleiding te beperken en het onderzoek naar een leerwerkvoorziening is met goed resultaat uitgevoerd. Daarnaast is in 2015 geïnvesteerd in de kennismaking met hogere onderwijs- en onderzoeksinstellingen, met name opleidingen, vakgroepen en lectoraten die actief zijn in de foodsector. Dat heeft geleid tot de organisatie van het Food Innovatie Event, waarbij ook Zaanse en regionale foodbedrijven nader kennis hebben gemaakt met de hogere onderwijsinstellingen. De partijen hebben met elkaar verkend of samenwerking interessant is op thema’s zoals circulaire economie, ‘jobs of the future’ en voedselveiligheid. Dit proces wordt in 2016 verder gefaciliteerd vanuit de gemeente. Voorheen organiseerde het UWV het netwerkoverleg met het pro/vso-onderwijs en het Regio College in het kader van de instroom in de Wajong. Met de invoering van de Participatiewet zit de gemeente dit netwerkoverleg voor. Doel van het overleg is om de toeleiding naar werk van jongeren uit het praktijk- en speciaal voortgezet onderwijs en de entreeopleiding zo goed mogelijk met elkaar af te stemmen. Toelichting prestatie-indicator: • Er zijn in 2015 281 jongeren uit een uitkering uitgestroomd, van wie er 136 actief naar werk zijn bemiddeld en 30 weer naar school zijn gegaan. Het is echter niet geregistreerd of dit is gebeurd binnen zes maanden of een langere periode.
Effectindicator | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal uitkeringen december | 2.820 (eind 2012) | 3.789 | 4.000 | 4.046 | Jaarlijkse bijstelling | Gemeentelijke registratie |
3.1 Rechtmatige inkomensverstrekking
Uitkeringen verstrekken we tijdig en efficiënt aan wie dat nodig heeft. Frauderen pakt de gemeente hard aan, maar bij onbewust fout handelen geldt maatwerk. We onderzoeken in hoeverre waarschuwingen vooraf worden gebruikt. Handhaven is een middel en geen doel op zich. Soms werkt het beëindigen van een uitkering of het opleggen van een maatregel contraproductief, met name waar sprake is van meervoudige problematiek. Daarom stemmen we af met partijen die met dezelfde klant te maken hebben.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Beëindigingen naar aanleiding van handhavingsonderzoek | 95 (2012) | 140 | 209 | 140 jaarlijks | Gemeentelijke registratie | |
Opgelegde maatregelen | 440 (2012) | 500 | 296 | 500 jaarlijks | Gemeentelijke registratie | |
Preventiequotum 8% (verschil tussen aanvragen en toekenningen) | 8,1% (2012) | 7.2% | 8% | 6% | 8% jaarlijks | Gemeentelijke registratie |
99% van de uitkeringsaanvragen wordt afgehandeld binnen de wettelijke termijn | 2013 was eerste meting | 99% | 99% | 81% | 99% jaarlijks | Gemeentelijke registratie |
- Verstrekken uitkeringen
- Preventief en repressief handhaven
Het afgelopen jaar is een hoger aantal bijstandsuitkeringen beëindigd dan begroot als gevolg van repressief handhaven. Naast de reguliere onderzoeken heeft de gemeente in 2015 extra onderzoek gedaan naar inschrijvingen op huisadressen naar aanleiding van het project landelijke aanpak adreskwaliteit. In dit project zijn veel mensen thuis bezocht om de inschrijvingen op adressen te controleren in het kader van de kostendelersnorm. Naar aanleiding hiervan zijn in het kader van de kostendelersnorm veel bijstandsuitkeringen opnieuw berekend en bijgesteld of beëindigd. Als preventieve aanpak is de leerwerkstraat als onderdeel van het project Aanval op Uitval ingezet om jeugdwerkloosheid te voorkomen. Jongeren worden door jobhunters naar werkgevers bemiddeld. Dit heeft ervoor gezorgd dat significant minder jongeren een uitkering hebben aangevraagd. Toelichting prestatie-indicatoren: • Het aantal beëindigde uitkeringen naar aanleiding van handhavingsonderzoek is hoger dan verwacht. Voor nadere uitleg: zie hieronder. • Het aantal opgelegde maatregelen is significant minder geweest dan verwacht. Dit heeft onder meer te maken met het feit dat er een rechterlijke uitspraak is geweest dat boetes niet opgelegd mogen worden in verband met een schending van de privacy. Er ligt momenteel een nieuw voorstel voor wetgeving in de Tweede Kamer. • Het verschil tussen aanvragen en toekenningen van uitkeringen is lager dan verwacht. Dit is het gevolg van een succesvol preventietraject waarbij actief wordt ingezet op het begeleiden van jongeren naar school en werk. Hierdoor hebben minder jongeren een aanvraag gedaan voor een uitkering dan in voorgaande jaren. • Het percentage uitkeringsaanvragen dat wordt afgehandeld binnen de wettelijke termijn ligt significant lager dan begroot. We streven ernaar om aanvragen zo snel mogelijk af te handelen. Tegelijkertijd streven we naar een flexibele uitvoeringsorganisatie, waar we extra capaciteit inzetten om de dienstverlening op niveau te houden als dat nodig blijkt. In dat flexibele proces is het niet altijd haalbaar om gekwalificeerde medewerkers tijdig in te schakelen. Dat maakt dat we ons streven om 99% van de aanvragen binnen de wettelijke termijn af te handelen niet hebben gehaald. In 373 van de 1965 aanvragen in 2015 overschreden we de wettelijke aanvraagtermijn van 8 weken. In die gevallen werden wel voorschotten verstrekt, zodat de aanvrager in levensonderhoud kon voorzien. Desalniettemin is dit een aandachtspunt voor 2016.
Totaal programma | Begroting | Realisatie | Verschil |
Lasten | -62.396 | -64.554 | -2.158 |
Baten | 80.710 | 80.395 | -315 |
Toevoegingen | -224 | -224 | |
Onttrekkingen | 4.047 | 5.777 | 1.730 |
Saldo | 22.137 | 21.394 | -743 |
Toelichting op afwijkingen per programma
Inkomensverstrekkingen; door een lagere gemiddelde uitkering en een minder harde stijging van het bijstandsbestand zijn de WWB uitkeringen lager uitgevallen (-300).
Het beslag op de Bijstand voor zelfstandigen (Bbz) is hoger. Een groter aantal zelfstandigen doet beroep op de bijstand en vanuit de bijstand proberen mensen als zelfstandige verder te gaan dit leidt tot hogere lasten (800).Hier staat een hogere Rijksbijdrage BBZ tegenover
(-570). De rijksvergoeding voor de bijstand is door een correctie voor het jaar 2015 hoger
(-750). Ook zijn er hogere inkomsten als gevolg van terugvordering (-660).
Tenslotte zijn minder personele kosten doorbelast (-200).
Conform afspraak wordt het incidentele voordeel van de uitvoering van de decentralisaties Jeugd en WMO toegevoegd aan de algemene reserve sociaal (1.460).
Door deze voordelen worden de nieuwe taken binnen het daarvoor beschikbaar gestelde budget uitgevoerd.
Organiseren van beschut werk; het betreft hier de jaarlijkse bijdragen aan Werkvoorzieningsschap Baanstede. De bijdrage in het negatieve resultaat is lager dan begroot, omdat Baanstede de organisatie weet aan te passen aan de nieuwe situatie en omdat door de nieuwe toekomstplannen investeringen zijn uitgesteld. Hierdoor is de jaarlijkse bijdrage lager uitgevallen (-350). Omdat de transitie (tijdelijk) is stopgezet is de begrote bijdrage aan Baanstede voor dit doel niet uitgekeerd (-192), maar aan de herstructureringsreserve toegevoegd (192).
Via de decembercirculaire van de algemene uitkering is er een decentralisatie uitkering voor de regio Zaanstreek Waterland, toegekend voor de ontvangen voor de herstructurering van het WSW-bedrijf. Dit bedrag is conform afspraak doorbetaald aan Baanstede (301). De ontvangst wordt verantwoord in programma 9 bij de Algemene Uitkering. Ook is er nog een bonus ontvangen (-94) vanuit de realisatie begeleid werken over 2013. Ook dit bedrag is doorbetaald aan Baanstede (94).
Activerings- en re-integratiebeleid; door de uitvoering van de geplande activiteiten hebben we in de loop van 2015 beter in beeld gekregen wat er voor nodig is om de bredere verantwoordelijkheid van de Participatiewet concreet vorm te kunnen geven. Dit heeft wel tot gevolg gehad dat een reeks instrumenten pas in de tweede helft van 2015 ingezet konden worden. Hierdoor wordt een deel van de effecten van het beleid pas in 2016 zichtbaar . Voorts zijn we kritisch geweest over de inzet van het beschikbare instrumentarium (-400).
Bij het opstarten van het regionaal werkbedrijf is in 2015 verkennend met elkaar gesproken over de inzet van het regionaal werkbedrijf. Hierdoor zijn de begrote uitgaven nog niet gedaan (-78). Omdat het hier om regionaal geld gaat, is dit gestort in de hiervoor opgezette reserve regionaal werkbedrijf (78).