Aandeel in het totaal
Portefeuillehouder: R. Visscher-Noordzij, D. Emmer, J. Olthof
Verantwoordelijk directeur: S. Tax a.i.
Programmadoelstelling en de rol van de gemeente
Zaanstad is een aantrekkelijke stad om samen te leven, om je te binden en te ontwikkelen. Een stad met goede maatschappelijke voorzieningen, waar nodig op maat, en een sterk sociaal weefsel en veerkrachtige maatschappelijke infrastructuur. Zaanstad biedt nadrukkelijk ruimte voor creatieve, initiatiefrijke inwoners en maatschappelijke partners om hier vorm en inhoud aan te geven. Dit zijn belangrijke voorwaarden voor het versterken van de zelf- en samenredzaamheid.
Terugblik
Zaanstad is een aantrekkelijke stad om te leven, om je te binden en je te ontwikkelen. Een stad met goede maatschappelijke voorzieningen - waar nodig op maat -, een sterk sociaal weefsel en veerkrachtige maatschappelijke infrastructuur. De gemeente heeft daarin een belangrijke rol, maar vaker niet dan wel de hoofdrol. De gemeente kan het verschil maken door partijen de ruimte te geven om initiatiefrijk en ondernemend te zijn: nieuwe verhoudingen en arrangementen worden verkend. In 2015 is de volle aandacht naar vrijwillige inzet en maatschappelijk initiatief gegaan. De buurthuisfunctie is samen met de bewoners gerealiseerd in alle wijkteamgebieden, er is samen met vrijwilligers nieuw beleid omtrent Vrijwillige inzet ontwikkeld en platform Aan de Zaan heeft met de nieuwe Zaanse Uitdaging een eerste Beursvloer voor maatschappelijk initiatief georganiseerd. Afgelopen jaar is steviger ingezet op de opvang van vluchtelingen, maar ook op verdere ondersteuning van en onderwijs aan vluchtelingen. Omwonenden en betrokkenen zijn hierbij van groot belang gebleken. We zien veel samenwerking ontstaan binnen het diverse programma Maatschappelijke Voorzieningen. Op de verschillende programmaonderdelen is veel beweging in de wijze van subsidiëren; dit om tegemoet te komen aan initiatief en maatwerk. Gebouwen, zoals scholen en sportfaciliteiten, zijn in ontwikkeling. In 2016 is het streven om een sterke programmalijn te ontwikkelen op subsidiëring en de verdere ontwikkeling van gebouwen.
Effectindicator | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Waarderingscijfer cultureel aanbod | 6,4 (2012) | 6,6 | >6,4 | 6,6 | >6,4 | Zaanpeiling |
Ranking cultureel aantrekkelijke stad t.o.v. 50 steden | 45 | 43 | 45 | 43 | 44 | Atlas voor Gemeenten |
1.1 Ondersteunen en stimuleren van cultuur in Zaanstad
Het project Cultuureducatie met Kwaliteit gaat in 2015 het derde jaar in. Met het onderwijsveld wordt afgestemd over voortgang, afronding en follow up. De financiële steun voor talentontwikkeling van kinderen aan lage inkomensgroepen blijft van kracht. Vanuit het onderwijsachterstandenbudget wordt € 100.000,- beschikbaar gesteld voor een extra biebbus, waarmee basisschoolleerlingen in het gebied Zaandam-Zuidoost in het kader van leesbevordering beter kunnen worden bereikt. Er komen nieuwe spelregels voor subsidiëring van amateurkunst, kleine culturele organisaties en (eenmalige) activiteiten en projecten. De huidige adviesstructuur ten aanzien van cultuur en beeldende kunst & vormgeving wordt opnieuw onder de loep genomen. Dat geldt ook voor de aanmoedigingsprijs en de stadsdichter- en componist. Op basis van besluitvorming over de wijze van aanbesteding worden in 2015 de voorbereidingen voor het cultuurcluster voortgezet, waaronder de uitwerking van de organisatorische samenwerking tussen de beoogde functies binnen het gebouw. FluXus, een van de beoogde toekomstige gebruikers, is per september 2014 omgevormd tot een nieuwe netwerkorganisatie. Meer verbinden en samenwerken geldt ook voor de regio. In overleg met het Zaans Museum wordt in 2015 onderzocht hoe lokale en regionale samenwerking op museaal gebied tot nieuwe kansen kan leiden. In lijn met het Vernieuwingsconvenant Gemeenten – Lokale omroepen 2012-2015 treedt Zaanstad in overleg met de stichting Omroep Zaanstreek en de regiogemeenten over het ontwikkelen van duurzame samenwerkingsverbanden. In 2015 vindt besluitvorming plaats over de toekomstige aanpak van het evenementenbeleid. In de loop van 2015 wordt op basis van een uitgewerkt businessplan een definitief besluit verwacht over verplaatsing van het Molenmuseum naar de Zaanse Schans. In de aanloop naar deze omvorming wordt voor 2015 vanuit de bestaande begroting eenmalig een overbruggingsbijdrage aan de Vereniging De Zaansche Molen beschikbaar gesteld. Op basis van het coalitieakkoord is vanaf 2015 € 300.000,- extra structureel beschikbaar om uitvoering te kunnen geven aan de ambities voor cultuur en om de onbedoelde effecten van de bezuinigingen te verzachten. Hierbij wordt vooral gekeken naar mogelijkheden voor eenmalige of tijdelijke ondersteuning. Over de besteding hiervan wordt bij de begroting 2015-2018 een separaat voorstel ingediend.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
% scholen dat meedoet aan cultuureducatie met kwaliteit | 30% | 30% | 50% | 50% | Fluxus | |
Aantal jongeren dat bereikt wordt met individuele subsidie | 182 | 200 | 138 | 200 | Meedoen Zaanstad en Jeugdcultuurfonds |
- Vormgeving aanbestedingstraject en organisatorische samenwerking t.a.v. het cultuurcluster
- Verstrekken van subsidies voor bibliotheek, musea, podia, lokale omroep, filmtheater en cultuureducatie
- Stimuleren van samenwerking radio/tv-stations in de regio
- Stimuleren van leesbevorderingsactiviteiten
- Versterking en bestendiging samenwerking cultuur-onderwijs; convenanten met onderwijs en evaluatie combinatie functieregeling
- Onderzoek lokale/regionale museale samenwerking
- Ondersteunen en waar nodig verzachten ombuigingen toekomstagenda
- Individuele financiële ondersteuning d.m.v. Jeugdcultuurfonds
- Evalueren huidig evenementenbeleid en opstellen nieuw beleid
- Verstrekken van subsidies voor beeldende kunst, amateurkunst, evenementen en culturele activiteiten
In 2015 heeft het college de aanpassing van het Programma van Eisen van het Cultuurcluster vastgesteld, is gestart met de Europese aanbesteding voor de architectenselectie en is een architectenbureau geselecteerd. In april 2015 zijn met de culturele partners die in het Cultuurcluster deelnemen vestigingsovereenkomsten afgesloten. Ook zijn de samenwerking en het verder uitwerken van de beheerconstructie met de culturele instellingen voortgezet. Eind 2015 is door de architect een voorlopig ontwerp gepresenteerd. De gemeente heeft in 2015 verschillende subsidies verstrekt. Zo is in 2015 een derde biebbus gerealiseerd om het lezen op de Zaanse basisscholen te bevorderen. Daarnaast neemt de Bieb voor de Zaanstreek samen met de schoolbesturen deel aan het landelijk project De bibliotheek op school. Met dit project wordt het lezen op de basisschool verder aangemoedigd door het aanbieden van een kwalitatief hoogwaardig boekenaanbod via de biebbussen. Ook is de aandacht voor volwassen laaggeletterden toegenomen. Met individuele financiële ondersteuning vanuit het Jeugdcultuurfonds hebben verschillende kinderen aan culturele activiteiten kunnen meedoen. De nieuwe spelregels voor subsidiering van amateurkunst en kleine culturele organisaties zijn in 2015 geïmplementeerd en de subsidies zijn volgens deze regeling verstrekt. Het project Cultuureducatie met Kwaliteit is in 2015 voor de 20 deelnemende basisscholen het derde jaar ingegaan. Een extra bijdrage uit het cultuurbudget heeft ertoe geleid dat bij 10 extra basisscholen een project in de opzet van Cultuureducatie met Kwaliteit kan worden opgestart. Hiermee wordt Cultuureducatie met Kwaliteit gerealiseerd op 50% van de Zaanse scholen. Eind 2015 heeft een eerste gesprek plaatsgevonden met de schoolbesturen en FluXus over het opstellen van een convenant cultuureducatie met als doel de verankering van cultuureducatie in het basisonderwijs. De gemeente Zaanstad en het Zaans Museum zijn met de gemeente Amsterdam in gesprek om de mogelijkheden te verkennen het museale aanbod in Zaanstad te verrijken door samenwerking met enkele grote musea in Amsterdam. Wellicht kan een dependance van een Amsterdams museum naar Zaanstad komen. Bovendien heeft het Zaans Museum in 2015 een Monet kunnen aanschaffen. Deze onverwachte ontwikkeling is een mooi voorbeeld van hoe de culturele infrastructuur zich ontwikkelt in Zaanstad. Ook is een begin gemaakt met het realiseren van een dependance van het Zaans Museum op het Hembrugterrein om het cultureel erfgoed van dit terrein voor publiek toegankelijk te maken. Verder heeft de gemeente het uitgewerkte businessplan voor het verplaatsen van het Molenmuseum naar de Zaanse Schans ontvangen. Het definitieve besluit over een eventuele bijdrage van Zaanstad wordt in 2016 genomen. In het kader van de bestuursopdracht Zaanse Schans werkt het Rotterdamse bureau BVR een ruimtelijk plan uit. Hierin wordt ook aandacht besteed aan de optimale invulling van het museale aanbod van Zaanstad en specifiek op de Zaanse Schans. In 2015 zijn goede effecten behaald door een extra budget van € 300.000 te verdelen over verschillende initiatieven. In 2015 is gestart met de evaluatie van het evenementenbeleid. De evaluatie en de contouren voor een nieuw evenementenbeleid met ingang van 2017 zijn neergezet. Het beleid wordt in februari 2016 vastgesteld.
Toelichting op de prestatieindicatoren: Er is pas eind 2015 gerapporteerd dat het bereik van de subsidie kleiner was dan begroot. In 2016 heeft dit onderdeel alle aandacht.
Effectindicator | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Bent u het afgelopen jaar actief geweest om uw buurt te verbeteren? | 22% (2012) | 23% | 25% | 22% | 25% | Zaanpeiling |
Bent u op de een of andere manier actief als vrijwilliger? | 31% (2012) | 36% | 35% | 38% | 35% | Zaanpeiling |
2.1 Maatschappelijke initiatieven
Wij faciliteren en stimuleren maatschappelijke initiatieven en helpen bij eventuele belemmeringen of nemen ze weg. We bevorderen dat inwoners, ondernemers, maatschappelijke partners en gemeente in de wijk samen verantwoordelijk zijn en aan de slag kunnen gaan met ideeënvorming én uitvoering van maatschappelijke taken. De normering van de indicator om het aantal maatschappelijke initiatieven in beeld te brengen is nog in ontwikkeling en daarom nog niet opgenomen in dit programma. Bij de kadernota bieden wij een uitwerking hiervan aan met als voorstel dit in de begroting op te nemen.
- Naast de bestaande manieren ontwikkelen we andere manieren (bijvoorbeeld online), waarop inwoners en ambtenaren met elkaar in gesprek kunnen gaan
- Zaanstad vermindert de regeldruk ten bate van maatschappelijk initiatief. We inventariseren bij actieve bewoners en maatschappelijke partners welk initiatief met welke aanpassing of afschaffen van regels beter van de grond komt.
- De wijkmanager zet zijn/haar netwerk, expertise en het stimuleringsbudget in voor wijkinitiatieven
- Het beschikbare budget/subsidiegeld ter ondersteuning van bewonersinitiatieven is helder en eenduidig te benaderen door bewoners die zich willen inzetten, zowel op het niveau van de eigen wijk als de hele stad
- Zorgdragen voor afstemming in het wijkgericht werken tussen wijkmanagers en sociale wijkteams
- De subsidie voor het vluchtelingenwerk blijft gehandhaafd
- Het komende jaar wordt het beleid ten aanzien van (ondersteuning van) vrijwilligers en mantelzorgers vernieuwd
- Het aantal aangepaste/afgeschafte/anders toegepaste regels/procedures in kaart brengen.
In 2015 zijn verschillende activiteiten ondernomen om het voor vrijwilligers makkelijker te maken hun werkzaamheden te kunnen uitvoeren. We zijn tot de conclusie gekomen dat het weinig zinvol was om de verschillende regels in kaart te brengen, maar we hebben ons gefocust op het versimpelen van de systematiek en maatwerk voor de verschillende vrijwilligers of vrijwilligersinitiatieven. Hierbij hebben ook de wijkmanagers hun netwerk en expertise ingezet om dit te kunnen faciliteren. De wijkmanagers onderhouden ook het contact met de buurthuizen en wijkteams. De inwoners van Zaanstad komen met initiatieven en de gemeente ondersteunt de inwoners hierin. Een mooi voorbeeld van hoe de gemeente bewonersinitiatieven ondersteunt, is het steunpunt wijkonderhoud in Krommenie waar bewoners die iets organiseren in de wijk de benodigde spullen kunnen lenen, zoals tafels, stoelen, een partytent of springkussen. Een ander voorbeeld zijn de verschillende initiatieven die zijn ontstaan rondom de vluchtelingenopvanglocaties. Een groep van 500 vrijwilligers organiseert op verschillende plekken zeer uiteenlopende activiteiten, bijvoorbeeld taallessen. Bij de opvanglocatie Taets is in zeer korte tijd een soort pop-up-buurthuis opgetuigd. De wijkmanagers en het projectteam ondersteunen en faciliteren de vrijwilligers door hen met relevante andere partijen te verbinden, een rol te pakken in bijvoorbeeld omwonendencommissies en met het oplossen van problemen. We zien in de praktijk van vrijwilligers, initiatiefnemers en belangen- of vrijwilligersorganisaties op stedelijk/bovenwijks niveau, dat de aansluiting met de wijkteams soms lastig gevonden wordt. Hier willen we serieus aandacht aan besteden door de aansluiting te stimuleren en faciliteren, in de wetenschap dat de initiatieven en organisaties zich reeds organiseren. Daarnaast is in 2015 de regeling Mantelzorgwaardering Zaanstad 2015 - 2016 opgesteld. Ook is het vrijwilligersbeleid vernieuwd. Op basis van ruim 200 gesprekken met vrijwilligers met diverse achtergronden, zowel van vrijwilligersorganisaties als maatschappelijke initiatiefnemers, is in 2015 de nieuwe visie op Vrijwillige inzet in Zaanstad tot stand gekomen. In 2016 worden de vrijwilligers verder betrokken bij het vormgeven van diverse onderdelen van het uitwerkingsplan, waaronder de waarderingsset voor vrijwilligers en het subsidiesysteem.
3.1 Verzelfstandiging buurthuizen
Wij stimuleren, faciliteren en ondersteunen op maat het verzelfstandigingsproces van de nu nog gesubsidieerde buurthuizen en bewoners die hierbij vanuit een gevoel van gemeenschappelijke verantwoordelijkheid een rol willen spelen. Wij streven per Sociaal Wijkteamgebied naar het in stand houden van een laagdrempelige en zelfstandige door bewoners bestuurde voorziening, met een gezonde exploitatie.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Het aantal ontmoetingsplaatsen dat wordt bestuurd en gerund door burgers (afhankelijk van behoefte en potentie). | 4 | 11 | 18 | In iedere wijk een buurthuisfunctie | Gemeentelijke registratie |
- Wijkmanagers onderhouden contacten met bewoners die zich willen inzetten voor het behoud van een buurthuisfunctie in de wijk en bieden op maat ondersteuning (financieel, kennis, in natura)
- Wij vormen een financiële ondersteuningsregeling op maat om te waarborgen dat in alle sociale wijkteamgebieden een door de bewoners bestuurde buurthuisfunctie beschikbaar blijft
In 2015 hebben de wijkmanagers bewonersinitiatieven begeleid met het opzetten van zelfstandige buurthuisbesturen. De bewoners zijn voornamelijk ondersteund door inzet van kennis en het netwerk van wijkmanagers, en, indien nodig, een financiële bijdrage voor de opstartfase. Dit heeft ertoe geleid dat in ieder Sociaal Wijkteamgebied een buurthuisfunctie staat onder leiding van een zelfstandig en vrijwillig bestuur. In totaal zijn er nu 18 buurthuizen in Zaanstad die gerund worden door bewoners van de wijk. De wijkmanagers stimuleren het contact tussen de bewoners van de wijk en het buurthuisbestuur. Ook is een financiële ondersteuningsregeling door de gemeenteraad vastgesteld om te ondersteunen bij het verzelfstandigingsproces van de buurthuizen. Vooralsnog lijkt het erop dat de buurthuizen de exploitatie sluitend weten te krijgen. Mochten er signalen komen dat dit niet meer lukt, dan zullen de wijkmanagers ondersteuning op maat bieden.
Effectindicator | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Percentage schoolverlaters zonder diploma | 3,6 (2012) | 2,6 | 2 | ? | 3 | Oberon |
Percentage geslaagden havo-vwo | 39 (2012) | 38 | 42 | 37 | 42 | Oberon |
4.1 Onderwijsklimaat
Goed onderwijs betekent ook een goed onderwijsklimaat. Letterlijk, in de vorm van goed gebouwde en frisse scholen. We bevorderen het ontstaan van brede scholen / integrale kindcentra, waarin samenwerking tussen de betrokken instellingen en de gemeente voorop staat.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Het percentage van de IHP-projecten dat is aanbesteed en door bouwheer in uitvoering is gebracht of gereed is in 2017. | 0% | 35% | 76% | 50% | 90% | Gemeentelijke registratie |
- Uitvoering van het IHP-programma
- We zetten in op zo veel mogelijk voorzieningen op één locatie
- Samenbrengen van voorzieningen voor kind en gezin
Goed onderwijs betekent ook een goed onderwijsklimaat. Frisse, duurzame en kwalitatief goede huisvesting is hiervoor een belangrijke randvoorwaarde. De Onderwijshuisvesting voor het Voortgezet Onderwijs staat er goed voor. De opening van de praktijkschool De Faam in november 2015 vormde hiervan het laatste project uit de rij. Ook aan de kwaliteit van Huisvesting voor het Primair Onderwijs (IHP) werkt de gemeente hard. Hierbij geldt dat de gemeente Zaanstad met het programma IHP bijdraagt aan de missie van “het realiseren van kwalitatief goede en duurzame onderwijshuisvesting op de juiste plek in de stad”. De gemeente zet hierbij, waar mogelijk, in op de realisering van brede scholen / integrale kindcentra, waarin samenwerking tussen de betrokken instellingen en de gemeente voorop staat. Met de ingezette cyclus van de tweejaarlijkse actualisering van het IHP ontstaat een flexibel programma waarbij goed kan worden ingespeeld op veranderende omstandigheden. In 2015 afgeronde IHP-projecten: • De Evenaar: permanente uitbreiding met 2 lokalen • De Bijenkorf: permanente uitbreiding met 2 lokalen • De Zoeker: aanpassing gebouw door deels renovatie en deels permanente nieuwbouw • Dynamica XL – VSO: permanente uitbreiding op andere locatie d.m.v. renovatie voormalige schoolwoningen • Over de Brug: permanente uitbreiding 4 lokalen
4.2 Goede aansluiting
We bevorderen een goede aansluiting tussen de verschillende onderwijsvormen, tussen onderwijs en arbeidsmarkt, technisch onderwijs en bedrijfsleven. En dragen waar mogelijk bij aan een positiever imago van het technisch onderwijs. Samen met de onderwijspartners realiseren we passend onderwijs. Sommige van de benodigde gegevens voor de prestatie-indicator zijn nog niet openbaar en waren niet tijdig voor het vaststellen van de begroting beschikbaar. Er worden afspraken gemaakt om de gegevens voor de volgende begroting wel tijdig beschikbaar te hebben.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Het percentage herplaatste VSV'ers | 56% (2012) | 28% | Ntb | 47% | 70% | RMC-gegevens |
Het percentage doorstroom vmbo(g)t, resp. k naar MBO 3-4, uitgesplitst naar techniek en overig | 96 resp. 79 | Ntb | handhaven boven landelijk gemiddelde | DUO-bestanden en lokale onderwijsgegevens |
- De gemeente wil samen met het onderwijsveld gemeenschappelijke ambities formuleren over onderwerpen waar beide partijen belang bij hebben
- We stimuleren talentontwikkeling d.m.v. inzet subsidiegelden brede schoolontwikkeling
- We voeren de wettelijke taak van leerlingenvervoer uit, waarbij we oog hebben voor maatwerk en de ingang van de Wet passend onderwijs
In 2015 hebben de gemeente en het onderwijs gezamenlijk een onderwijsagenda opgesteld waarin de onderstaande 8 ambities worden geformuleerd: 1. Doorontwikkeling van integrale kindcentra 2. Onderwijsachterstandenbeleid 3. Meer leerlingen in havo en vwo 4. Onderwijs en economische ontwikkeling 5. Onderwijs en zorg 6. Gezonde levensstijl en gezonde school 7. Veiligheid in en om de school 8. Betrokken samenleving en burgerverantwoordelijkheid Op alle thema’s worden verschillende activiteiten ondernomen die ook de komende jaren nog door zullen lopen. De verantwoordelijkheid voor de verschillende ambities is verdeeld. De gemeente is trekker van drie ambities en het onderwijs van de andere vijf. Scholen en samenwerkingsverbanden hebben hard gewerkt om passend onderwijs vorm te geven. Gemeenten en de samenwerkingsverbanden hebben intensief contact in de ‘kernteam Passend onderwijs’-overleggen. Tijdens deze overleggen (2-wekelijks), wordt bijgehouden hoe de invoering van de Wet passend onderwijs verloopt en worden direct waar nodig afspraken gemaakt om knelpunten op te lossen (maatwerk) en in het vervolg te voorkomen. Samen met de schoolbesturen formuleren we een gedeelde definitie van een achterstandleerling en werken we op basis van een evaluatie een nieuw beleidskader uit. Bij het uitvoeren van de wettelijke taak van leerlingenvervoer zorgt de gemeente in samenwerking met het passend onderwijs ervoor dat wanneer een leerling vanuit een zorgbehoefte naar een andere school moet het leerlingenvervoer mogelijk wordt gemaakt. De totale kosten voor Leerlingenvervoer zijn nauwelijks gestegen in vergelijking met het schooljaar ervoor. Het aantal toekenningen is afgenomen, met name in het SBO (speciaal basisonderwijs). Door de invoering van het passend onderwijs is er ondanks de daling van het aantal toekenningen toch een lichte stijging van de kosten. Bij het passend onderwijs is het mogelijk dat een verder weg gelegen school toegankelijk is. Er worden in schooljaar 2014-2015 meer leerlingen vervoerd naar een school die verder weg ligt. We stimuleren brede ontwikkeling van kinderen door middel van inzet van Impuls Onderwijs, Cultuur en Sport. Scholen ontvangen middelen om extra sport- en cultuuractiviteiten aan te bieden tijdens en na schooltijd.
5.1 Sportvoorzieningen
Het verhogen van sportparticipatie en gezondheid van de inwoners van Zaanstad, door het (laten) aanbieden van goede voorzieningen voor sport en bewegen.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Percentage inwoners van Zaanstad dat tevreden is over de sportvoorzieningen in hun eigen wijk en in Zaanstad | 53% en 63% (2012) | 62% en 77% | >75% en 63% | 51% en 62% | >75% | Zaanpeiling |
Percentage inwoners van Zaanstad dat minimaal 1 keer per maand aan sport doet | 61% (2012) | 67% | 67% | 68% | 67% | Zaanpeiling |
- Het verbeteren en vernieuwen van een gevarieerd en toegankelijk sportaanbod door verder uitvoering te geven aan de routekaart Buitensport en het verbeteren van de faciliteiten voor binnensport
- Realisatie van een nieuw zwembad in Zaanstad Noord in combinatie met de renovatie van de Crommenije
- Nieuwbouw van sporthal De Sprong
- Nieuwbouw van sporthal De Vang
- Renovatie van zwembad De Slag
- Realisatie van sportpark De Omzoom
- Beweging rond de sportparken Oostzijderveld, Karnemelksepolder, Saenden, Poelenburg, Kalverhoek en hockeyterrein De Kraaien (minimaal een haalbaarheidsonderzoek gereed)
- Het herzien van de onderhoudssystematiek voor buitensportaccommodaties
- Het bundelen van uitvoerende taken in één sportbedrijf, zodat beheer en exploitatie van sportvoorzieningen efficiënter plaatsvindt
In 2015 zijn verschillende activiteiten ondernomen om de sportvoorzieningen in Zaanstad te verbeteren. Zo zijn er twee nieuwe kunstgrasvoetbalvelden en een beachvolleybalveld aangelegd, is sporthal Zaanstad Zuid opgeleverd, is gestart met de bouw van het nieuwe topsportcentrum en is AZ gestart met het bespelen van haar trainingsaccommodatie op Sportpark Kalverhoek. Daarnaast is per 1 januari 2015 Sportbedrijf Zaanstad opgericht, zodat het beheer en de exploitatie van de sportvoorzieningen efficiënter plaatsvindt. De start van de renovatie van zwembad de Crommenije is vertraagd maar dit hoeft geen gevolgen te hebben voor de realisatie van de renovatie. De nieuwbouw en realisatie van de overige sportvoorzieningen worden in de geplande jaarschijven opgeleverd. Alleen bij de renovatie van het zwembad De Slag is, vanwege een heroverweging van de plannen, vertraging opgelopen. Hierover is de raad door middel van een raadsinformatiebrief geïnformeerd. Het stimuleren van beweging op de verschillende sportparken is een subtiel proces dat tijd en geduld vergt en niet afdwingbaar is. De keuze van verenigingen om te fuseren dan wel te gaan samenwerken is een keuze van de verenigingen. De gemeente voert gesprekken met de verenigingen over mogelijke fusies. Toelichting op de prestatieindicatoren: Hoe het komt dat ondanks de investeringen in sportvoorzieningen in Zaanstad mensen minder tevreden zijn geworden over de voorzieningen in hun eigen wijk en in Zaanstad, zal in 2016 worden onderzocht.
5.2 Actieve (sport)verenigingen
Zaanstad ondersteunt haar inwoners om zelf te zorgen voor een actief (sport)verenigingsleven dat bijdraagt aan het realiseren van bredere maatschappelijke doelstellingen. Indicatoren voor het meten van de inzet van sportverenigingen op andere maatschappelijke activiteiten en de deelname aan sportstimuleringsinitatieven van het Sportbedrijf Zaanstad, zijn in ontwikkeling en daarom nog niet opgenomen in dit programma. Bij de kadernota bieden wij een uitwerking hiervan aan met als voorstel dit in de begroting op te nemen.
- Het aanbieden van gemeentelijke sportvoorzieningen tegen maatschappelijke tarieven
- Het inzetten van het Jeugdsportfonds (als onderdeel van Meedoen Zaanstad) als middel om sport voor kinderen bereikbaar en betaalbaar te maken
- Het inzetten van combinatiefunctionarissen sport (in samenwerking met onderwijs en cultuur) om basisschoolleerlingen te stimuleren te gaan sporten buiten schooluren
- Het wijkgericht inzetten van sportbuurtwerk voor een zinvolle tijdsbesteding voor 12+-jongeren
- Het (laten) organiseren van sportactiviteiten voor kinderen
- Het aanbieden van advies en het ondersteunen van inwoners met een beperking die willen sporten en sportverenigingen adviseren en ondersteunen om G-sport uit te voeren
- Het faciliteren van de Zaanse sportverenigingen door de inzet van verenigingsondersteuners
- Het ondersteunen van sporttalenten via de Stichting Topsportfonds Zaanstad
De geplande activiteiten zijn reguliere taken die conform de afspraken worden uitgevoerd. Sportbedrijf Zaanstad voert per 1 januari 2015 de sportstimuleringsactiviteiten uit, waaronder de inzet van de combinatiefunctionarissen sport.
Totaal programma | Begroting | Realisatie | Verschil |
Lasten | -6.371 | -7.411 | -1.040 |
Baten | 54.071 | 54.330 | 259 |
Toevoegingen | -7.202 | -5.919 | 1.283 |
Onttrekkingen | 328 | 328 | |
Saldo | 40.826 | 41.328 | 502 |
Toelichting op afwijkingen per programma
Onderwijsklimaat: het nadeel wordt voor een groot deel veroorzaakt door koerswijzigingen in het IHP. Deze betreffen de reset van de Toermalijn en de keuze voor een nieuwe Locatie (1.050). Daarnaast zijn de voorbereidingskosten van projecten die van koers gewijzigd zijn, waaronder Dynamica XL ten laste van de exploitatie gebracht (115).
Al deze zaken zijn financieel en tekstueel terug te vinden in de Actualisatie IHP 16.1.
Verder is sprake van een voordeel op de kapitaallasten en een voordeel op de huur- en beheerskosten. De belangrijkste verklaring hiervoor is vertraging in de realisatie van het IHP als gevolg van besluitvorming over en koerswijzigingen in projecten. Voor een nadere verklaring van de afwijkingen over de kapitaallasten verwijzen wij u naar de verschillenanalyse van het gelijktijdig met deze Jaarstukken 2015 aangeboden Meerjaren Perspectief Grondzaken (MPG 16.1). De toelichting betreffende faseringswijzigingen, waardoor een lagere onttrekking aan het Investeringsfonds heeft plaatsgevonden, is opgenomen in het MPG 16.1 (hoofdstuk Investeringsfonds).
Er is een voordeel (-203) gerealiseerd omdat er nog kosten m.b.t. 2014 inzake de gymzalen met het Sportbedrijf verrekend zijn.
Maatschappelijke initiatieven; eind 2014 is een voorziening opgenomen inzake het faillissement van stichting Welsaen. In het huidige stadium van de afwikkeling van het faillissement van Welsaen is een schatting gemaakt van de nog te verrekenen positie. Dit leidt tot extra baten op het product maatschappelijke initiatieven (-500).
Sportvoorzieningen; er zijn minder kosten voor het zwembad De Slag gemaakt doordat het project zich nog in de onderzoeksfase bevindt (-283). Dit voordeel wordt gecompenseerd door een lagere onttrekking uit de reserve sport (283).
Er is een extra subsidie toegekend aan Stichting de Crommenije teneinde een faillissement af te wenden (70).