Inleiding
Via de paragraaf Grondbeleid geeft de gemeente aan hoe het grondbeleid wordt ingezet om de bestuurlijke doelstellingen te realiseren.

Kader

Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) stelt de volgende eisen aan de paragraaf:

  • een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting;
  • een aanduiding van de wijze waarop de provincie onderscheidenlijk gemeente het grondbeleid uitvoert;
  • een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie;
  • een onderbouwing van de geraamde winstneming;
  • de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van grondzaken.

In de Financiële Verordening van de gemeente Zaanstad is opgenomen dat daarnaast de volgende
onderdelen in de paragraaf grondbeleid moeten worden opgenomen;

  • de totaal geraamde kosten en opbrengsten van de actieve gemeentelijke grondexploitaties;
  • de ontwikkeling van de grondprijzen;
  • de ontwikkeling van de reserves van grondzaken.

Visie op en wijze van het grondbeleid

In de begroting 2015 heeft de gemeente Zaanstad haar grondbeleid beschreven.
Hierbij is tevens aangegeven dat de rapportage over het grondbeleid via de begroting en jaarrekening loopt en dat alleen wijzigingen in het beleid worden toegelicht.
Aangezien het bestaande grondbeleid van de gemeente Zaanstad wordt voortgezet, kan worden volstaan met een verwijzing.

Ontwikkeling van de ARG

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Beginsaldo ARG

5.718

5.121

9.017

8.825

8.618

8.389

Grondexploitatie

711

0

0

0

0

0

Exploitatieovereenkomsten

2

91

65

16

0

0

Grondverkopen

25

1.783

0

0

0

0

Te treffen voorzieningen

-7.766

6.052

-215

-222

-230

-238

Saldo ARG

-1.309

13.047

8.868

8.618

8.389

8.151

ondergrens ARG

5.121

5.295

5.295

5.295

5.295

5.295

bovengrens ARG

8.535

8.825

8.825

8.825

8.825

8.825

Benodigd weerstandvermogen

6.828

7.060

7.060

7.060

7.060

7.060

Afdracht/bijdrage ARG

-6.430

4.030

43

0

0

0

Bij de jaarrekening 2014 werd gemeld er € 6,4 mln. moest worden toegevoegd aan de algemene reserve grondzaken (ARG) om deze op het minimum niveau van € 5,1 mln. te krijgen. Deze ondergrens was 75% van het benodigd weerstandsvermogen op basis van het Meerjaren Perspectief Grondzaken (MPG) 15.1. Het benodigde weerstandsvermogen wordt elk halfjaar bij MPG opnieuw bepaald aan de hand van de inventarisatie van de risico’s van de lopende grondexploitaties.
De benodigde aanvulling is 2015 verwerkt. Er is van het investeringsfonds € 2,4 mln. toegevoegd naar de ARG en vanuit de algemene reserve is € 4,0 mln. toegevoegd aan de ARG.
In 2015 zijn voorzieningen vrijgevallen en zijn er toevoegingen aan de ARG geweest. Het betekent dat de stand van de ARG hoger is geworden dan 125% van het benodigd weerstandsvermogen op basis van het huidige MPG 16.1. De toegevoegde € 4,0 mln. is daarom weer terug geboekt naar de algemene reserve. De eindstand van de ARG ultimo 2015 komt daarmee uit op € 9,0 mln.
Op basis van het MPG 16.1 is de verwachting voor de komende jaren is dat er weinig tot geen afdrachten uit of naar de ARG zullen plaatsvinden.

Het totaal aan geraamde kosten voor 2016 en verder voor de grondexploitaties bedraagt € 141,3 mln., het totaal aan verwachte opbrengsten bedraagt € 140,8 mln. Meer informatie omtrent de grondexploitaties is te vinden in het MPG 16.1.