Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland(VrZW)

Risicoprofiel
De bijdrage van de gemeente Zaanstad  aan de verbonden partij was voor 2015  11,6 miljoen euro (zie ook programma 7). Dit betreft 50% van het totaal aan de gemeentelijke bijdragen voor 2015. De totale begroting van de VrZW voor 2015 bedroeg € 31.922.500.
Bij stemming in het AB vertegenwoordigt Zaanstad 31% van de stemmen. De Burgemeester van Zaanstad is voorzitter van zowel het DB als AB. De rolverdeling tussen de deelnemende partijen is vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling. Deze gemeenschappelijke regeling wordt nageleefd. 
Risicoanalyse

Ontwikkelingen

(Markt) ontwikkelingen

Beleidsplan 2013-2016
In het beleidsplan 2013-2016 ‘Samen voor veilig’ VrZW voor de beleidsperiode tot en met 2016 de volgende speerpunten geformuleerd:

  1. Kwaliteit van de kerntaken
  2. Samenwerking met de (crisis)partners
  3. De verantwoordelijke burger

In 2015 hebben onder meer inspanningen plaatsgevonden ter verbetering van de risico- en crisiscommunicatie, is een systeemtest georganiseerd en is ingezet op zelfredzaamheid van zorginstellingen. Ook zijn de contacten met de vitale partners verstevigd en zijn de afspraken met deze partners in convenanten uitgewerkt. VrZW is aangesloten op landelijke ontwikkelingen ter verbetering van de bovenregionale en landelijke samenwerking. In dit laatste loopjaar is de focus onder andere gericht op het werken met nieuwe manieren van kennisoverdracht en evalueren. Ook de netwerkregie op maatschappelijke discontinuïteit is nadrukkelijk onder de aandacht: wat gebeurt er met de maatschappij als vitale processen langdurig uitvallen en hoe bereiden we ons daar op voor? De grootschalige evacuatieoefening op Marken die in het najaar van 2016 gepland staat is hiervan een in het oog springend voorbeeld. Het is de verwachting dat aan het eind van 2016 alle geplande beleidsvoornemens uit het MJB zijn uitgevoerd.
In 2016 wordt door de VrZW en haar veiligheidspartners het nieuwe beleidsplan VrZW 2017-2020 gemaakt, wat ook ter consultatie aan de gemeenteraad wordt aangeboden.

Regionaal Dekkingsplan
Eind 2015 heeft het Algemeen Bestuur VrZW besloten tot het anders inrichten van de regionale repressieve brandweerzorg. Hierbij wordt ingezet op het leveren van betrouwbare en betaalbare brandweerzorg op maat, geleverd vanuit een fijnmazig netwerk van 23 brandweerposten. Op 1 januari 2018 moet dit scenario volledig operationeel zijn. Een belangrijke ontwikkeling hierbij is het gaan werken met variabele voertuigbezetting, bekend onder de naam ‘Uitrukken op maat’. De maatregelen zorgen dat de nieuwe geregionaliseerde brandweer wordt ingericht op de juiste schaal, waarbij niet meer gewerkt wordt vanuit 9 lokale brandweren maar vanuit 1 regionaal gebied. Hiermee wordt tevens voor een aanzienlijk deel bijgedragen aan de taakstelling van VrZW.

Meldkamer 
De huidige tweeëntwintig regionale meldkamers in Nederland moeten in 2018 één landelijke organisatie zijn met meldkamers op tien locaties. Die tien meldkamers gaan op dezelfde manier en met een nieuw nationaal meldkamersysteem (NMS) werken. In de aanloop naar de nieuwe landelijke meldkamerorganisatie, zet Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, samen met de GHOR Zaanstreek-Waterland, de Eenheid Noord Holland (politie), de Veiligheidsregio Kennemerland, Veiligheidsregio Noord-Holland Noord en de KMAR de eerste stappen. De overgang naar één landelijke meldkamerorganisatie betekent dat de meldkamers in Zaanstreek-Waterland samengaan met de meldkamers van de regio’s Noord-Holland Noord en Kennemerland. De nieuwe locatie voor deze gezamenlijke meldkamer wordt Haarlem. De ruimte van de huidige meldkamer van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland komt dan leeg te staan. De financiële effecten hiervan worden in 2016 in kaart worden gebracht.

Financiële positie

Het concept jaarrekeningresultaat 2015 bedraagt € 721.876.

Risico's

  • De rol van de burgemeester van Zaanstad in het Algemeen Bestuur als vertegenwoordiger van de gemeente én als voorzitter kan leiden tot conflicterende belangen.
  • Onvoldoende sturing op de exploitatie van de restcapaciteit van het oefencentrum voor commerciële activiteiten. De Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland is verantwoordelijk voor de uitvoering van de exploitatie van het oefencentrum, Gemeente Zaanstad kan hier beperkt op sturen.
  • Leegstand meldkamer pand Prins Bernhardplein 1 vanaf 2018, kan leiden tot verminderde huurinkomsten.
  • De dienstverleningsovereenkomst (DVO) met Gemeente Zaanstad wordt mogelijk opgezegd per 1 januari 2017 door de Veiligheidsregio. Onduidelijk is nog wat hiervoor in de plaats komt.
  • Fiscaal: De invoering van de vennootschapsbelasting per 1-1-2016

Beheersing

Maatregelen

  • Wijziging van de governance structuur is in 2015 tot stand gebracht om te komen tot een integraal (ambtelijk) advies op belangrijke financiële / beleidsvraagstukken waarbij de rollen opdrachtgeverschap, eigenaarschap en kolomrol beter geborgd zijn.
  • De diensten (IBT, P&O, Facilitair) die Zaanstad levert aan de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland zijn vastgelegd in een getekende Service Level Agreement (SLA). Aan de VrZW is gevraagd de businesscase te overleggen om te bezien wat dit betekent voor de kwaliteit en welke gevolgen dit heeft voor de gemeente Zaanstad.
  • Er is een uitvoeringsovereenkomst tussen Gemeente Zaanstad en de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland ten behoeve de exploitatie van het oefencentrum.
  • De gemeenteraad wordt jaarlijks de mogelijkheid gegeven haar zienswijze te geven inzake de (meerjaren)programmabegroting van de VrZW.
    Daarnaast is de VrZW transparant met haar P&C cyclus producten als bestuursrapportages en jaarrekening.
  • Vennootschapsbelasting per 1-1-2016: Het streven van de VrZW is om te kunnen onderbouwen dat haar activiteiten niet zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting (geen onderneming in de zin van de wet), om hiermee een administratieve last en eventuele belastingdruk te voorkomen. Voor activiteiten waar mogelijk de VrZW wel ondernemer is, wordt bekeken of het mogelijk is deze zodanig te organiseren dat dit niet leidt tot belastingplicht. Afstemming met de Belastingdienst vindt plaats om landelijke geldende afspraken te maken, zodat duidelijk wordt onder welke omstandigheden activiteiten wel/niet tot belastingplicht leiden.