Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

Risicoprofiel
Het risicoprofiel van de Omgevingsdienst NZKG is hoog. De bijdrage van Gemeente Zaanstad in de gemeenschappelijke regeling is hoog, € 2,0 mln, terwijl de invloed relatief beperkt is. Gemeente Zaanstad heeft 9% van de stemmen. Daarnaast is de Omgevingsdienst NZKG afhankelijk van veranderende wet en regelgeving. Onder “ontwikkelingen Omgevingsdienst NZKG” wordt hier nader op ingegaan.

Risicoanalyse

Ontwikkelingen

(Markt) ontwikkelingen

Na de opbouw van de organisatie en het plaatsen van medewerkers afgelopen recente jaren was de officiële start van de OD NZKG 6 februari 2014. De hoofdkoers betreft het behalen van vijf ambities zoals vastgesteld door het algemeen bestuur in de kaderbrief 2015-2020. Deze eerste twee ambities betreffen financiële en procesmatige transparantie en sturing en accountmanagement op orde. Met deze eerste ambities om de basis op orde te krijgen is een reeds een begin gemaakt. Vanaf 2015 is meer nadruk gelegd op overige ambities professionele kwaliteit en gezag, landelijke speler en expertisecentrum en risico en informatie gestuurd werken.

Per gemeente wordt jaarlijks de dienstverleningsovereenkomst (DVO) geactualiseerd. Per gemeente worden hier afspraken gemaakt over de wettelijke taken en maatwerktaken. Voor Zaanstad zijn dat bodemtaken, geurbeleid, en er is extra bestemd voor ad hoc advisering.   Per 1 januari 2016 is het bevoegd gezag over de BRZO bedrijven overgegaan van gemeenten naar Provincie. Voor  Zaanstads is dat één bedrijf. Dit heeft geleid tot een korting op de Algemene Uitkering en een verrekening op de Lumpsum; dit heeft financieel een negatief gevolg voor Zaanstad. Het DVO 2016 blijft echter binnen de begroting.

Naar aanleiding van de nieuwe Wet Gemeenschappelijke Regelingen is de gemeenschappelijke regeling aangepast aan de nieuwe wet en aan de raden aangeboden.

Project Prestatiegerichte sturing.

Het DB van de OD heeft akkoord gegeven op het project prestatiegericht sturings- en financieringssysteem waarbij de opdrachtgever, binnen de meerjarig vastgestelde financiële kaders, kan sturen op inzet en beleidsmatige keuzes kan maken. Voortaan zal met werkplannen gewerkt gaan worden.  Met ingang van 2017 wordt voor alle opdrachtgevers middels een werkplan  gewerkt. In de nadere uitwerking van PGF wordt ingezet op pakketten, een uniform uitvoeringsniveau gebaseerd op kengetallen omdat de verschillende opdrachtgevers hierin verschillende normen hanteerden. De consequenties daarvan dienen in de begroting 2017 te worden opgenomen.

Wetsvoorstel  kwaliteit vergunning, toezicht en handhavings- taken.
Op basis van het wetsvoorstel van de Minister, stelt ieder gemeente haar eigen VTH-kwaliteitsverordening vast. Voor die taken die de OD uitvoert, wordt door de OD een  gezamenlijk voorstel voorbereid zodat de activiteiten van de OD een gezamenlijk kwaliteitskader krijgt. De afspraak is dat de verordening VTH-kwaliteit voor 1-6-2016 dient te zijn vastgesteld. 

Invoering Omgevingswet
De nieuwe omgevingswet, medio 2018, zal impact hebben op de werkwijze en takenpakket van de OD. Een verschuiving van eenvoudige vergunningverlening naar complexe vergunningverlening, meldingen, toezicht en handhaving. De OD gaat het gesprek aan met bereid zich voor op een nieuwe rol. Daarbij wordt ingezet op een (milieu) expertrol voor de OD t.b.v. van haar opdrachtgevers.

In 2015 is de verkenning van een mogelijke fusie met de OD IJmond voortgezet en heeft een pilot plaatsgevonden. De uitkomsten van de pilot zijn gedeeld met de eigenaren. Over de voortang van de mogelijke fusie wordt nog nader geïnformeerd.  

Financiële positie

Jaarrekening 2015
De OD boekt in 2015 een positief resultaat ad € 1,9 mln. Er worden drie voorstellen gedaan voor besteding van dit positieve resultaat. Twee hebben betrekking op autonome ontwikkelingen, de derde dient ter aanvulling op het Weerstandsvermogen.

Begroting 2017
De begroting wordt in maart 2016 ter instemming aan het Dagelijks Bestuur (DB) voorgelegd. Na instemming van het DB zal de begroting (inclusief de jaarrekening 2015) aan alle bestuursleden worden aangeboden zodat zij, indien gewenst en indien nodig, de begroting voor zienswijze naar hun raden en staten kunnen sturen. Een begeleidende brief om de jaarrekening en begroting door te geleiden, met onder andere de beschrijving van het traject prestatiegericht financieren wordt nog bijgevoegd. In maart/april vinden
Zogenaamde verificatiegesprekken plaats tussen de opdrachtgevers en de OD. In deze gesprekken wordt een uitgebreide toelichting over de achtergronden en effecten van PGF gegeven.
Op woensdag 6 juli 2016 zal het AB bijeenkomen voor besluitvorming over de begroting, gehoord hebbende de zienswijzen van raden en staten. Zodoende kan de begroting voor 15 juli 2016 bij de toezichthouder worden ingediend.

Risico's

Risico’s voor OD.
Eventuele aantasting van de vermogenspositie van de OD, die vervolgens ook weer een effect op Zaanstad kan hebben.
Bijvoorbeeld de actualisaties van de DVO’s, decentralisatie WABO resulterend in lagere omzet voor de OD, nieuwe financieringsmethode en overdracht BRZO (Besluit risico's zware ongevallen)-bedrijven van gemeenten naar provincies.

Risico’s voor Zaanstad.
Gemeente Zaanstad heeft een BRZO bedrijf. De financiële verrekening hiervan heeft plaatsgevonden aan de hand van een systematiek die door het Rijk, Provincies en VNG is vastgesteld. Dit heeft in een financieel nadeel voor Zaanstad geresulteerd.
Invoering PGF zal leiden tot een andere berekening van de kosten voor de OD. Gelet op de door Zaanstad gehanteerde normen en de normen op basis van PGF, kan dit betekenen dat Zaanstad een hogere bijdragen gaat betalen.

Beheersing

Maatregelen

De omgevingsdienst heeft een eigen beleid op risicomanagement en weerstandsvermogen. Er wordt een norm gehanteerd hoeveel reserve moet worden aangehouden voor de risico’s.

Er zijn veel overleggen tussen gemeente en OD op verschillende niveaus. Hiermee wordt de ambitie van accountmanagement ingevuld. Op dit moment kent de Gemeente Zaanstad de volgende afstemmingsoverleggen:

  • 3 tot 4 keer per jaar wordt periodiek overleg gevoerd met de concerncontroller  en de directeur bedrijfsvoering van de OD met ambtelijk vertegenwoordigers uit de deelnemende gemeentes en provincie op het gebied van financiën.
  • 1x per 6 weken is er ambtelijk vooroverleg ten behoeve van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur.
  • 1x per maand vindt er op directieniveau overleg plaats tussen gemeente en OD .
  • 1x per 8 weken worden politiek gevoelige dossiers besproken in de staf.
  • 1X 6 weken is gezamenlijk opdrachtgeversoverleg met de andere fouding fathers en de OD.